Bij mijn werk hebben we een parkeerplaats kat: vanaf mijn werkplek kijken we uit op een (nu grotendeels lege) parkeerplaats en daar is regelmatig een kat. Hij is wit met wat bonte vlekken.
Vandaag praatte ik met mijn collega, terwijl ik achter hem, door het raam, de kat aan het jagen zag. Ik dacht dat hij op niks joeg, bijvoorbeeld op de schaduw die de zon op de parkeerplaats laat vallen, maar mijn collega zei, nadat ik hem erop attent had gemaakt: 'Nee, hij heeft een muis'.
Ik geloof dat ik dat soort gejaag nog nooit heb gezien. Dus ik vond het wel beetje zielig voor de muis: heel vaak, minstens tien keer, dat de kat op hem sprong, beet en door elkaar schudde, ermee rondliep in zijn bek en dan voor dood achterliet. Waarna hij op een afstandje op de loer ging liggen, de muis zijn kans schoon zag en wegsprintte, de kat weer op hem sprong enzovoorts.
Een indrukwekkende ontsnappingsmanoeuvre van de muis was heel hoog springen.
Ik bedenk me nu dat zo'n lege, uitgestrekte parkeerplaats een nogal oneerlijk terrein is voor zo'n muis. Ik zei tegen mijn collega dat ik overwoog naar buiten te gaan om de muis dood te slaan om hem uit zijn lijden te verlossen.
Ik was voor de muis, mijn collega voor de kat. Ik zei: 'Je bent trots op hem.' Hij antwoordde: 'Natuurlijk, die van mij doet dat niet!'
Ik vond het wel óók schattig om de kat achter zo'n parkeerplaats bumper te zien spieden op de muis, die zich doodhield tot hij het weer op een sprintje zette. Maar daar zou ik vanuit het perspectief van de muis ongetwijfeld anders over hebben gedacht.
Ik zei: 'Nu vind ik katten even niet meer leuk.' En: 'Duizenden jaren hebben ze die beesten gefokt om zo schattig mogelijk te zijn. Waarom hebben ze er niet óók empathie voor kleine beestjes ingefokt?'
De muis raakte steeds uitgeputter en wij verveeld dus we gingen weer aan ons werk. Na vijf minuten zagen we de kat noch de muis meer.
Reacties