Waarom ik op straat campagnevoeren leuk vind en die poster van VVD Rotterdam niet
Op straat campagne voeren vind ik vooral leuk voor die momenten waarop je iemand spreekt die met je wil delen wat hij of zij écht vindt. Als de persoon dan na het gesprek ook nog op jou of jouw partij wil stemmen, dan is dat mooi meegenomen.
Vrijdag werd Nederland boos over een poster in Rotterdam van de VVD, waarop staat: "In Rotterdam spreken we Nederlands". De VVD wilde een kritische vraag stellen over de wat zij minder goede gevolgen van de multiculturele samenleving vinden: is het niet beter als iedereen Nederlands spreekt? De VVD en GroenLinks denken verschillend over hoe je die vraag hoort te stellen. Hier een discussie op Facebook tussen VVD'er Sander en mij:https://www.facebook.com/martijn.schackmann/posts/734613099902248?stream_ref=10.
Afgelopen week hebben verscheidene kiezers mij duidelijk gemaakt wat zij écht vinden van taalonderwijs. Woensdag was ik bij de Somalische stichting Dalmar.Org. Kandidaat Adhanet sprak daar namens GroenLinks Den Haag. Ze legde uit hoe zij actief is geworden bij GroenLinks en ze vroeg de zaal wat wat zij belangrijke politieke issues vinden. De achterstand van allochtonen op de arbeidsmarkt was één van die issues. Graag zou de zaal daarvoor opleidingen ontvangen: op algemene en specifieke gebieden en op gebied van taal. Namens GroenLinks konden Adhanet en ik toen zeggen dat we vinden dat iedereen taalles hoort te kunnen krijgen, gratis als iemand het zelf niet kan betalen. Ook proberen we bijvoorbeeld werkloosheid onder jongeren tegen te gaan door meer stageplaatsen voor hen te creëren.
Een nuttig gesprek, met Dalmar. En, vind ik, een gesprek dat aangeeft waarom GroenLinks meer gelijk heeft dan de VVD, ook als het op taalles aankomt: de VVD gaat ervan uit dat mensen gedwongen moeten worden Nederlands te leren, GroenLinks ziet dat mensen uit zichzelf staan te springen dat te doen.
De taalles kwam wederom ter sprake toen ik zaterdag in het centrum campagne stond te voeren met flyers van Inge (zie bijgaande foto's). Een oorspronkelijk Oost-Europese jongedame ging toen het gesprek met mij aan, in gebrekkig Nederlands:
Zij: "Ik heb nog nooit gestemd. Ik weet niet hoe mensen het met elkaar oneens zijn."
Ik: "Er zijn verschillende partijen die verschillend over dingen denken. Wat vind jij belangrijk?"
Zij: "Ik weet het niet. Ik vind taal belangrijk. En buitenlanders."
Ik: "Als je sociale dingen belangrijk vindt, dan wil je misschien links stemmen: zoals mijn partij, GroenLinks, of SP, PvdA, een christelijke partij als CDA, en D66 ook nog wel."
Zij, wijzend naar de flyer: "Wie is deze mevrouw? Wat vindt zij?"
Ik, wijzend naar de achterkant van de flyer: "Hier staat bijvoorbeeld dat wij ook voor taalonderwijs zijn, net als jij. En hier staat dat we zijn voor diversiteit en tegen discriminatie. Iedereen, ook buitenlanders die hier naartoe zijn gekomen moeten zich thuis voelen in Den Haag. En hier staat dat we vluchtelingen steunen. We willen ook dat illegalen goed behandeld worden. Inge, deze mevrouw, is vaak bij illegalen, die op verschillende plaatsen in de stad zijn, om ze helpen."
Zij: "Ik vind haar goed. Wat is haar naam?" (De groene naam valt blijkbaar nogal weg tegen de groene achtergrond.)
Ik: "Hier staat haar naam: Inge Vianen. Ze staat bovenaan onze lijst: GroenLinks."
Zij: "Ik ga op haar stemmen!"
Ik: "Super! Bedankt."
Vrijdag werd Nederland boos over een poster in Rotterdam van de VVD, waarop staat: "In Rotterdam spreken we Nederlands". De VVD wilde een kritische vraag stellen over de wat zij minder goede gevolgen van de multiculturele samenleving vinden: is het niet beter als iedereen Nederlands spreekt? De VVD en GroenLinks denken verschillend over hoe je die vraag hoort te stellen. Hier een discussie op Facebook tussen VVD'er Sander en mij:https://www.facebook.com/martijn.schackmann/posts/734613099902248?stream_ref=10.
Afgelopen week hebben verscheidene kiezers mij duidelijk gemaakt wat zij écht vinden van taalonderwijs. Woensdag was ik bij de Somalische stichting Dalmar.Org. Kandidaat Adhanet sprak daar namens GroenLinks Den Haag. Ze legde uit hoe zij actief is geworden bij GroenLinks en ze vroeg de zaal wat wat zij belangrijke politieke issues vinden. De achterstand van allochtonen op de arbeidsmarkt was één van die issues. Graag zou de zaal daarvoor opleidingen ontvangen: op algemene en specifieke gebieden en op gebied van taal. Namens GroenLinks konden Adhanet en ik toen zeggen dat we vinden dat iedereen taalles hoort te kunnen krijgen, gratis als iemand het zelf niet kan betalen. Ook proberen we bijvoorbeeld werkloosheid onder jongeren tegen te gaan door meer stageplaatsen voor hen te creëren.
Een nuttig gesprek, met Dalmar. En, vind ik, een gesprek dat aangeeft waarom GroenLinks meer gelijk heeft dan de VVD, ook als het op taalles aankomt: de VVD gaat ervan uit dat mensen gedwongen moeten worden Nederlands te leren, GroenLinks ziet dat mensen uit zichzelf staan te springen dat te doen.
De taalles kwam wederom ter sprake toen ik zaterdag in het centrum campagne stond te voeren met flyers van Inge (zie bijgaande foto's). Een oorspronkelijk Oost-Europese jongedame ging toen het gesprek met mij aan, in gebrekkig Nederlands:
Zij: "Ik heb nog nooit gestemd. Ik weet niet hoe mensen het met elkaar oneens zijn."
Ik: "Er zijn verschillende partijen die verschillend over dingen denken. Wat vind jij belangrijk?"
Zij: "Ik weet het niet. Ik vind taal belangrijk. En buitenlanders."
Ik: "Als je sociale dingen belangrijk vindt, dan wil je misschien links stemmen: zoals mijn partij, GroenLinks, of SP, PvdA, een christelijke partij als CDA, en D66 ook nog wel."
Zij, wijzend naar de flyer: "Wie is deze mevrouw? Wat vindt zij?"
Ik, wijzend naar de achterkant van de flyer: "Hier staat bijvoorbeeld dat wij ook voor taalonderwijs zijn, net als jij. En hier staat dat we zijn voor diversiteit en tegen discriminatie. Iedereen, ook buitenlanders die hier naartoe zijn gekomen moeten zich thuis voelen in Den Haag. En hier staat dat we vluchtelingen steunen. We willen ook dat illegalen goed behandeld worden. Inge, deze mevrouw, is vaak bij illegalen, die op verschillende plaatsen in de stad zijn, om ze helpen."
Zij: "Ik vind haar goed. Wat is haar naam?" (De groene naam valt blijkbaar nogal weg tegen de groene achtergrond.)
Ik: "Hier staat haar naam: Inge Vianen. Ze staat bovenaan onze lijst: GroenLinks."
Zij: "Ik ga op haar stemmen!"
Ik: "Super! Bedankt."
Reacties