'Fossielvrij'
In respons op http://mauritsburgers.blogspot.nl/2016/07/den-haag-fossielvrij.html?m=1, kritiek op de naam fossielvrij en mijn filosofie over de vrijheid van taal.
Ik ben nu een artikel aan het schrijven over Den Haag Fossielvrij (teaser). Schrijvend loop je er tegenaan: waar is Den Haag Fossielvrij nu precies tegen? Fossiele brandstoffen? Of ook fossiele grondstoffen, waar je dingen van maakt? Op hun site begrijp ik dat ze zelf graag spreken over 'kolen, olie en gas' : dat maakt het lekker tastbaar (lijkt me trouwens gaan van meest naar minder vies).
Fossielvrij is juist een okay neologisme. Als je ervoor kiest dat te laten zijn. 'Fossiele brandstofvrij' is een tongbreker en dekt de lading niet volledig. De beweging Fossielvrij noemen is taalkundig ook geoorloofd. Het is een vorm van totum pro parte, het minder bekende broertje van de pars pro toto. Onze Taal noemt hierbij het bekende voorbeeld "Nederland won met 1-0" (https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/totum-pro-parte-nederland-won). Uit mijn Nederlands lessen herinner ik me het leuke "mijn fiets is lek", wat je kunt zeggen als je band lek is. De totum pro pars is logisch als je je voorstelt dat heel je fiets stuk is door de lekke band. (Ook nog, andere kant op redenerend: is het wel je band die lek is, gaat het niet om de binnenband? En wat is lek? Je kunt ook zeggen dat de atmosfeer buiten de band te laag is ;-). Dit soort taalregels is, zoals dat heet, niet prescriptief, maar descriptief: beschrijvend in plaats van vóórschrijvend; taal is vrij te gebruiken. De totum pro pars wordt zo zeldzaam gebruikt dat ik hem poetisch vind. Om nu maar af te sluiten met mijn favoriete voorbeeld in dit verband: Homerus die het heeft over 'de trage zee'. Gewoonlijk zou men zeggen dat de roeiers traag zijn, maar Homerus kiest ervoor de traagheid toe te schrijven aan de zee. Ik denk dat hij dat niet voor niks doet.
Reacties